-
16 november 2019
De Rijksoverheid over windenergie op land
De Rijksoverheid wil dat in 2020 14% van alle gebruikte energie in Nederland uit duurzame bronnen komt. In 2023 moet dat 16% zijn. Verder staat in het Klimaatakkoord dat in 2030 tenminste 35 terawattuur (TWh) duurzame elektriciteit op land (wind én zon) geproduceerd moet worden. Windenergie is een belangrijke vorm van duurzame energie om deze doelen te halen.
Waarom wind op land
In het Klimaatakkoord is de doelstelling opgenomen om in 2030 tenminste 35 TWh duurzame elektriciteit op land (wind én zon) in 2030 te produceren. Daarnaast staat in het eerdere Energieakkoord dat provincies elk een aandeel verzorgen om in 2020 een totaal van 6.000 MW aan windenergie te realiseren.
Deze afspraken over windenergie op land zijn nodig om de Nederlandse doelstellingen voor de groei in duurzame energie en vermindering van de CO2-uitstoot te halen. Het is een betrouwbare en efficiënte bron van duurzame energie die nu al volop beschikbaar is. De techniek voor wind op land is voldoende ontwikkeld om windenergie op grote schaal toe te passen. Het is ook een van de goedkoopste manieren om duurzame energie op te wekken (zie ook de recentste kostenschatting van PBL).
Bovendien leveren windmolens lokaal werkgelegenheid en inkomsten op.
Projectontwikkelaars werken vaak met (bouw-)ondernemingen in de regio. Zij leggen bijvoorbeeld funderingen, wegen, kabels en leidingen voor de windparken aan.
Omwonenden kunnen via bijvoorbeeld een coöperatie meedelen in de opbrengst van een windmolenpark.
In het Klimaatakkoord staat het streven dat in de komende jaren 50% van de wind- of zonneparken eigendom is van de lokale omgeving. Denk bijvoorbeeld aan burgers en bedrijven.
Doelen windenergie op land
Voor wind op land gelden de volgende doelen:
In 2020 moet Nederland voor 6.000 megawatt (MW) vermogen aan windmolens op land hebben staan. Iedere provincie zorgt daarbij voor een aandeel. Dat staat in het Energieakkoord voor duurzame groei.
Aan het eind van 2018 stond er in Nederland 3.382 MW aan bruikbare windenergie op land. Dat is goed voor ruim 56% van de landelijke doelstelling. Er moet dus nog een vermogen van 2.618 MW bij komen. Een gemiddelde windturbine levert ca. 3,5 MW. Nederland heeft dus nog ca. 750 nieuwe windmolens op land nodig, om het doel van 2020 te halen.
Windparken op land zijn later klaar dan gepland. Daarom wordt de productiecapaciteit van 6.000 MW in 2020 waarschijnlijk niet helemaal gehaald. Daarentegen groeit de projectcapaciteit van de geplande windparken na 2020 naar ca. 7.200 MW. Dat staat in de Monitor Wind op Land 2018.
Alle gerealiseerde windenergie draagt direct bij aan het nieuwe doel om in 2030 tenminste 35 TWh duurzame elektriciteit op land (wind en zon) te realiseren. Partijen in de regio stellen de Regionale Energiestrategieën (RES-en) op. Deze geven inzicht waar binnen een regio in de komende jaren nieuwe wind- of zonneparken komen.
Maatregelen om klimaatdoelen te halen
Om het doel in 2020 in zicht te blijven houden, blijft de Rijksoverheid samen met de provincies en de andere betrokken partijen zich inzetten om knelpunten op te lossen. Bijvoorbeeld door:
procedures voor de aanleg van windparken te versnellen;
weerstand van omwonenden bij de komst van windmolenparken weg te nemen. Onder andere door betere voorlichting, communicatie en bieden van (financiële) deelname;
hinder van de verlichting van hoge windturbines te verminderen door het mogelijk te maken dat deze ook ‘vast brandend’ kan zijn, in plaats van knipperend.
Belangenafweging bij windenergie op land
Bij windenergie zijn veel partijen betrokken, zoals:
overheidspartijen;
initiatiefnemers voor windparken;
projectontwikkelaars;
(maatschappelijke) belangengroepen;
omwonenden.
Daarom is het belangrijk dat alle betrokkenen samen bepalen waar de windmolens komen te staan. In de RES-en bepalen de regio’s waar en hoeveel windmolens zij in de regio plaatsen. Deze moeten:
veilig zijn;
zo min mogelijk overlast veroorzaken;
zo goed mogelijk passen in het landschap;
rekening houden met natuuraspecten.
Een windpark tot stand brengen vraagt veel activiteiten van de betrokken partijen. De start is vaak een windplan. Daarin staan de stappen om tot een windpark te komen: van voorverkenning tot ingebruikname. De acties per stap zijn voor elke partij anders. Sommige partijen hebben verschillende rollen. Een overzicht van alle procedures is terug te vinden bij wetten en regels.
Bron: Rijksoverheid.nl (16-11-2019)
-
19 mei 2022Waterstofbedrijven bieden volop beleggingskansenDoor: Evertjan van Roekel
Groene waterstof is vooralsnog geen direct rendabele investering, maar energiebedrijven die waterstof(technologie) ontwikkelen zijn een goede belegging voor de toekomst. Technologische innovatie kan beleggers in waterstofbedrijven hoge rendementen opleveren door een stijging van de aandelenkoers. Bovendien financieren zij een veelbelovende duurzame energietechnologie.
[Lees meer...] -
16 mei 2022Waterstofaandelen en -obligaties: risico's en kansenDoor: Sander van Zijl
Groene waterstof ontpopt zich als een belangrijke duurzame energiebron. Steeds meer bedrijven richten zich op de productie en ontwikkeling ervan. Waterstofaandelen bieden veel groeipotentieel. De technologie staat echter nog in de kinderschoenen, dus het rendement kan op korte termijn tegenvallen. Obligaties zijn een vastrentend alternatief.
[Lees meer...]