-
16 oktober 2018
Duitse Energiewende – De uitdagingen van een groot energie verbruiker
Binnen de EU is Duitsland niet bepaald koploper als het gaat om het aandeel duurzaam in de opgewekte energie. Toch wordt het land vaak als voorbeeld aangehaald om te illustreren hoe je de energievoorziening van een grote economie kan verduurzamen en welke uitdagingen dat met zich meebrengt.
Duitsland, grootverbruiker van fossiele brandstoffen, heeft ambitieuze doelstellingen. Concreet willen onze oosterburen alle kerncentrales sluiten voor 2022 en de CO2-uitstoot verminderen met 40 procent tegen 2020 en met 80 tot 95 procent tegen 2050.
Energiewende en kernenergie
In de jaren 70 ontstond de anti-nucleaire beweging en begonnen activisten en politici de term “Energiewende” te gebruiken. De Tsjernobyl ramp in 1986 maakte dat kernenergie steeds minder populair werd. De kernramp van Fukushima in 2011 maakte de roep om te stoppen met kernenergie zo groot dat er brede politieke wil ontstond om de sluiting van centrales te gaan realiseren en de verduurzaming van de energie voorziening te versnellen. De Duitse regering lanceerde de Energiewende als officieel beleid.
Kernenergie was dus de grote aanjager van de Energiewende. Maar het afbouwen van kernenergie maakt ook dat de CO2-uitstoot van Duitsland niet spectaculair gedaald is ondanks de forse investeringen in duurzame energiebronnen. Door het afbouwen van kernenergie is het aandeel ‘fossiel’ nog altijd hoog. In de volgende fase van de energietransitie zal ingezet moeten worden op het uitfaseren van de oude CO2-uitstotende steen- en bruinkoolcentrales.
Stimulerende wetgeving
Duitse beleidsmakers realiseerde zich dat er stimulerende maatregelen nodig zijn om individuen, coöperaties en bedrijven te verleiden om te investeren in duurzame bronnen. Een terugleververgoeding voor elektriciteit werd in 1991 geïntroduceerd om het gebruik van milieuvriendelijke technieken zoals windenergie, biomassa, waterkracht en aardwarmte aan te moedigen. De regeling "Stromeinspeisungsgesetz" werd herzien in 1999, in 2000 werd het "Erneuerbare-Energien-Gesetz" (EEG) aangenomen.[1] De EEG is een stimuleringsregeling die ervoor zorgt dat energie opgewekt uit duurzame bronnen 'voorrang' krijgt op energie uit fossiele bronnen. De regeling voorziet in een verplichte afname van duurzaam opgewekte energie voor een vastgestelde prijs. Deze vaststelling wordt afgegeven voor een periode van 20 jaar. Dat geeft investeerders meer zekerheid, bijvoorbeeld bij het investeren in een windturbine. Met deze wetgeving garandeert de Duitse overheid indirect dat de opgewekte energie moet worden afgenomen voor een vastgestelde prijs.
Door de EEG is het aandeel duurzame energie in het netto-stroomgebruik flink gestegen. Zo speelde de zonne-energie bij het aannemen van de wet nauwelijks een rol, in 2015 was het 7,5 procent. Ook windenergie kreeg een enorme impuls. Meer dan 30 procent van de Europese capaciteit aan windenergie staat in Duitsland.
[1] 2004 - Gesetz rechts der eneuerbaren energien im strombereich
Windenergie in Duitsland
Als visitekaartje van de Energiewende gelden de uitgestrekte windmolenparken, die de afgelopen jaren vooral in het noordoosten van Duitsland zijn verrezen. Iedereen die weleens over de A1-snelweg naar Berlijn is gereden kent ze. Een molen van de nieuwste generatie, met wieken en al tot wel 150 meter hoog, kan in z'n eentje 2.000 tot 3.500 huishoudens van stroom voorzien. Eind 2016 stonden er in Duitsland ruim 27 duizend windmolens, plus nog duizend in de Oostzee en Noordzee. Samen goed voor 13 procent van de energieproductie.[2] En Duitsland zit niet stil, grote economieën leveren grote cijfers: 75% van de nieuwe wind capaciteit wereldwijd werd geïnstalleerd in slechts vijf landen: China (15 GW), USA (6 GW), Duitsland(6 GW), Verenigd Koninkrijk (4 GW) en India (4 GW).[3]
[2] De Volkskrant
[3] IRENA, Renewable capacity highlights 2018
Maar die windmolens draaien toch alleen op subsidie? Toegegeven, het was in het politieke spel een slim gevonden oneliner die lang bleef hangen. Maar inhoudelijk klopt er niets van. De steun in de vorm van subsidies voor hernieuwbare energie in Duitsland valt in het niet bij de steun die de voorbije veertig jaar naar kolen en kernenergie is gegaan. Bovendien vermindert de steun voor hernieuwbare energie jaar na jaar. Door technologische ontwikkelingen kan windenergie steeds goedkoper geproduceerd worden. Waar de kosten voor de steun aan ‘vuile energiebronnen’ worden afgewenteld op de belastingbetalers en de toekomstige generaties, verlopen de investeringen in hernieuwbare energie op rechtstreekse en transparante wijze.
Bron: 9 mythes over de Duitse Energiewende weerlegd, Bond Beter Leefmilieu, Greenpeace België, WWF België
Geen problemen bij de transitie?
Het Duitse elektriciteitsnetwerk is een van de meest betrouwbare in Europa. Terwijl het aandeel hernieuwbare energie de voorbije jaren enorm is gestegen, daalde het aantal stroomonderbrekingen jaar na jaar. Een stabiel netwerk en hernieuwbare energiebronnen kunnen dus perfect samengaan. Dat betekent niet dat er geen uitdagingen meer zijn. Bijvoorbeeld het simpele feit dat de energieproductie uit fossiele brandstoffen eenvoudiger is af te stemmen op de actuele vraag dan energie uit hernieuwbare bronnen. Het toenemende marktaandeel van ‘elektrisch’ in het vervoer kan leiden tot overbelasting van het energienetwerk. De Energiewende staat de komende jaren daarom niet alleen in het teken van verdere groei van de productie van duurzame energie maar ook wordt ingezet op nieuwe hoogspanningslijnen, een betere afstemming van de distributienetten en het beperken van het energieverbruik door bedrijven en burgers. Ook belangrijk is een sterkere Europese integratie: de interconnectie tussen de verschillende Europese landen moet uitgebreid worden, zodat bij tijdelijke overcapaciteit in een land energie geleverd kan worden aan een ander land dat op dat moment niet genoeg duurzame energie opwekt.
De Energiewende leert ons dat uitdagingen er zijn om aan te gaan en dat het mogelijk is om op grote schaal de energievoorziening te verduurzamen.
-
19 mei 2022Waterstofbedrijven bieden volop beleggingskansenDoor: Evertjan van Roekel
Groene waterstof is vooralsnog geen direct rendabele investering, maar energiebedrijven die waterstof(technologie) ontwikkelen zijn een goede belegging voor de toekomst. Technologische innovatie kan beleggers in waterstofbedrijven hoge rendementen opleveren door een stijging van de aandelenkoers. Bovendien financieren zij een veelbelovende duurzame energietechnologie.
[Lees meer...] -
16 mei 2022Waterstofaandelen en -obligaties: risico's en kansenDoor: Sander van Zijl
Groene waterstof ontpopt zich als een belangrijke duurzame energiebron. Steeds meer bedrijven richten zich op de productie en ontwikkeling ervan. Waterstofaandelen bieden veel groeipotentieel. De technologie staat echter nog in de kinderschoenen, dus het rendement kan op korte termijn tegenvallen. Obligaties zijn een vastrentend alternatief.
[Lees meer...]